Marielle Beckers

Drs. Marielle Beckers is Orthopedagoog, Running therapeut, docent bij de Universiteit van Amsterdam en mede-eigenaar van Buro Bloei (www.buro-bloei.nl)​

​De tweede week van het nieuwe schooljaar; ik breng mijn tweeling van 7 naar de klas. De jongste van de twee houdt een kussen omhoog; ‘Kijk mam, ik mag een wiebelkussen’! De leerkracht heeft het na een week al gezien, Linde is energiek en vindt het lastig om stil te zitten. Ze lijkt op mij en zo brengt het wiebelkussen op de maandagochtend een hoop herinneringen naar boven.

Ook ik was een beweeglijk meisje, zat nooit stil en praatte voortdurend. Niet omdat ik met opzet anderen wilde onderbreken, ik dacht oprecht dat mensen moesten weten wat ik allemaal wist. In de praktijk betekende dat veel straf. Ik praatte overal doorheen en stond daarom vaak op de gang. Voor mijn gevoel uren waar ik eenzaam de jassen op de kapstok telde.
 
De leerkrachten hadden het zo gehad met mijn vele kletsen dat ze mij de bijnaam TDK-bandje gaven (voor de jongeren onder ons; dat was een merk cassettebandje in gebruik voor de komst van de CD en de Ipod).Klasgenootjes namen deze bijnaam over en vanaf groep 6 ging ik zo door het leven. Ik lachte het weg dus daarom had niemand door hoe verdrietig ik daarvan werd. Alleen op het hockeyveld voelde ik me goed thuis. Ik kon mijn energie kwijt op het gras en ondanks gebrek aan technisch talent werd ik door mijn inzet en fanatisme een sterke speelster.
 
Op de middelbare school zette ik mijn energie en kletsen in om grappig gevonden te worden. Ik stond nog steeds vaak op de gang en zat vaak bij de conrector, maar dat dwong nu respect af. Alleen mijn moeite met concentreren zorgde in combinatie met een lastige tijd thuis voor zwakke prestaties. Ik zakte een niveau, klom er weer een en zakte uiteindelijk in 6VWO. Wel kon ik moeiteloos nachten dansen zonder alcohol en drugs, die hyperactiviteit was toch ergens goed voor.
 
Na wat jaartjes reizen besloot ik dat ik mezelf wat discipline moest gaan opleggen. Ik wilde graag studeren en moest toelatingsexamen doen voor de Universiteit. Na een zomer hard werken slaagde ik voor dit examen en dat jaar erop mocht ik mezelf student noemen. Ik analyseerde mijn zwakke kanten (snel afgeleid, behoefte aan bewegen) en maakte en studieplan. Ik studeren op de UvA in een kamer zonder afleiding. Ik gaf mezelf elke 20 minuten een looppauze. En ik ging drie keer per week hardlopen. En dit werkte! Ik doorliep 4 jaar studie zelfs in 3 jaar en ging daarna aan de slag als orthopedagoog en werkte met (hoe kan het ook anders) kinderen met ADHD.
 
Nog steeds moet ik zorgen voor voldoende beweging en bewaken van grenzen. Mijn tomeloze energie zorgt er namelijk ook voor dat ik mijn (fysieke) uitersten vaak opzoek. Met name op momenten dat het heel erg druk is gaat het nog wel eens mis. Dan ben ik erg prikkelgevoelig en praat ik veel. Door mezelf truukjes aan te leren heb ik gezorgd dat ik mijn energie als een kracht kan gebruiken en geleerd mijn impulsen beter onder controle te houden. Ik weet daarom ook zeker dat mijn dochter dit gaat leren, het feit dat ze blij is met haar wiebelkussen laat in elk geval zien dat ze weet dat we haar accepteren zoals ze is.​

Liesbeth Hermans

Persoonlijk verhaal van Liesbeth Hermans, 30 jaar leerkracht geweest in het basisonderwijs en auteur van: Lieve Inspecteur: Observaties in het basisonderwijs  en S. De Maalstroom: Het hoofd boven water in het basisonderwijs. (Pietje Bell is één van de columns uit deze bundel, die is te bestellen via liesbeth.hermans@ziggo.nl )

​​Pietje Bell

Op de laatste middag voor de vakantie is het in de klas altijd heel gezellig. U kent dat wel: lokaal opruimen, kastjes ordenen, filmpje kijken. Interessant om de kinderen dan te observeren.
 
Benjamin gaat op in de film, maar ondertussen beweegt zijn hele lijf. Al kijkende balanceert hij op de achterpoten van zijn stoel. Ja, het lukt, als hij tenminste met beide voeten steun zoekt in zijn kastje. Ik frons mijn wenkbrauwen en gauw zit hij weer horizontaal. Een minuut later kruipt er zomaar ineens een potlood in zijn hand. Dat gooit hij voorzichtig in de lucht, steeds een beetje hoger. Het leidt al snel zijn buurman af, die geeft Benjamin een por.
 
Even rust weer …
 
Dan moet zijn kladschrift het ontgelden, met de vulpen prikt hij er gaatjes in. Eén vingerknip en zijn aandacht is weer bij de film. Voor zo lang als het duurt… Moeilijk hoor, dat iedereen zo stil is!
 
Hé, zo’n kladschrift een héél klein beetje laten vliegen,…óók leuk! Het wordt nu tijd dat ik echt optreed. Op kousenvoeten sluip ik naar hem toe en sis met gedempte stem: “Hou eens op, jij!”.
 
Maar zie, even later gaat ineens zijn stoel weer wippen. Zo maar vanzelf, eerst op twee poten, dan op één. Benjamin lijkt zich nergens van bewust. Boem, daar valt die domme stoel. En hij ligt ernaast… Verstoord kijken alle kinderen op. Spannend, dit laat juf vast niet over haar kant gaan! Ik volsta met een grimmige blik, voldoende om de duikelaar weer op zijn plek te krijgen. Allemaal weer gauw verder kijken naar de film!
 
Moet je boos worden op zo’n kereltje? Zou dat helpen? Of een test op ADHD, schieten we dáár misschien iets mee op? Wat een energie zit er in dat lijf! Gelukkig begrijpen zijn ouders dat. Drie keer in de week gaat hij naar de voetbalclub en op judo zit hij óók.
 
Op de fiets naar huis speelt Benjamin nog steeds door mijn hoofd. In gesloten lessituaties functioneert hij prima, dan presteert hij bij de top vijf van de klas. Maar er zijn ook genoeg open lessen, dan hoort hij ineens bij de zwaksten. Stelopdrachten, verhaaltjessommen, verslagjes schrijven, expressie… Met opdrachten waar hij zichzelf bij moet aansturen, is hij hopeloos. Hij gedijt bij gestructureerde taken met duidelijke voorbeelden, bij werk waarvan hij de concrete resultaten zelf kan “scoren”.
 
Maak ik me zorgen over deze leerling? Nee, niet echt, hij komt er wel. Als zijn ouders en zijn leerkrachten maar vertrouwen in hem houden en hem voldoende leiding geven. Ik hoop dat Benjamin van “deskundige onderzoekers” verschoond blijft, anders gaat hij nog denken dat er iets aan hem mankeert. Laat die jongen alsjeblieft een Pietje Bell blijven!