Leerkrachten aan het woord over uitsluiting
In het januarinummer van JSW is ons artikel over uitsluiting en klassenfeestjes geplaatst. Interessante materie voor leerkrachten en ouders.
Het volledige artikel lees je hier.
Voorlichting ADHD: een stap in de goede richting
Sanne te Meerman is binnen Druk & Dwars “chef Voorlichting”. In die hoedanigheid coördineerde hij de Richtlijn Voorlichting ADHD, maakt hij infographics en schrijft hij blogs waarin hij slechte en nog slechtere (en soms ook betere) voorlichting bespreekt. Daarnaast draagt hij graag bij aan het optimaliseren van bestaande voorlichting. Niet iedereen is daarvan gediend, sommige mensen voelen zich aangevallen en worden tamelijk venijnig, maar het komt ook voor dat mensen graag bereid zijn hun voorlichting over ADHD aan te passen. Een voorbeeld is Biologieboek Nectar dat na enig aandringen van Huisarts Luc de Vries en Sanne voor de nieuwste versie van het boek -dat ADHD als rode draad zou hebben om het zenuwstelsel uit te leggen- toch afzag van deze misleidende kapstok. ADHD is natuurlijk geen lichamelijke/hersen aandoening waarmee je dat zenuwstelsel kan uitleggen maar een gedragsbeschrijvende classificatie. De mix van factoren die tot de gedragingen leiden zijn voor iedereen anders en verbanden met bijvoorbeeld genen of hersenontwikkeling zijn veel zwakker dan omgevingsinvloeden.
Een aantal maanden geleden nam Tirtsa Ehrlich contact op. De kritiek van Druk & Dwars op de titel van haar boek ‘Ferry is zo snel als een Ferrari, want hij heeft ADHD’ was haar ter ore gekomen. Die titel kan mensen op het verkeerde been zetten omdat de frase ‘want hij heeft ADHD’ ten onrechte suggereert dat ADHD de onderliggende verklaring voor Ferry’s energie en activiteit is. Kritiek is nooit leuk, maar biedt vaak wel aanknopingspunten voor verbetering. Dat zag Tirtsa ook, en ze besloot na overleg met haar medeauteur Jacqueline Hilbers, om niet alleen de titel van het boek aan te passen, maar Sanne ook kritisch te laten meelezen met de inhoud van het kinderboek. Zo geschiedde, en het resultaat is een vrijwel reïficatie-vrij kinderboek dat kinderen op een leuke manier kennis laat maken met ADHD-problematiek. We zeggen vrijwel reïficatie-vrij omdat het acroniem ADHD zelf eigenlijk al een reïficerende oftewel een “verdingelijkende” uitwerking heeft. Maar goed, een voorlichtingsboek over ADHD schrijven zonder de naam ADHD te gebruiken, zou ook wel erg lastig zijn. Al met al is de nieuwe versie weer een behoorlijke verbetering en bovendien laten de auteurs zien hoe je -door constructief met kritiek om te gaan- samen verder komt. Het uitgangspunt van de auteurs: ‘anders is ook gewoon’ komt met de wijzigingen in deze versie dan ook nog beter tot zijn recht.
Uitsluiting op de basisschool. Wat te doen?
Volgens veel onderzoek heeft uitsluiting ernstiger en langduriger gevolgen dan verbaal en fysiek pesten. De grondlegger van het onderzoek naar uitsluiting, de Amerikaanse professor Kip Williams, zegt daar het volgende over: ‘Net zoals leeuwen en herten, zijn ook mensen groepsdieren. Het gevoel bij een groep te horen is een van onze basisbehoeften. Als we door anderen genegeerd worden voelen we ons ellendig.’ (dekennisvannu.nl, 2016). Maar wat doe je tegen uitsluiten? We hebben dit online gevraagd aan leerkrachten, ouders en verzorgers van basisschoolleerlingen. In de kleinste enquête van Nederland stelden we slechts één vraag: “Welke praktische manier gebruikt u om buitensluiting van kinderen tegen te gaan?”
We hebben zeventig reacties mogen ontvangen uit Nederland en België: 38 leerkrachten en 32 ouders gaven hier een vaak uitgebreid antwoord op. Deze waren zeer divers en vaak zeer prikkelend. We hebben deze antwoorden gegroepeerd op de thema’s: regels, concrete acties van ouders of leerkrachten, bewustzijn bij kinderen bevorderen, samenwerking met (andere) ouders. Het volledige verslag kun je hier downloaden.
De belangrijkste aanbevelingen van de leerkrachten waren:
- Stel aan het begin van het schooljaar regels vast. Natuurlijk de regel: “er wordt niet gepest en uitgesloten. Nooit!” maar ook: “iedereen mag altijd meedoen met spelen”. Handhaaf deze regels strikt vanaf het begin van het schooljaar.
- Laat de kinderen niet zelf kiezen met wie ze spelen en samenwerken, maar wees daar als leerkracht actief in. Stuur dit bewust zodat elke leerling alle andere leerlingen leert kennen.
- Creëer bewustwording over de effecten en mechanismen van pesten en uitsluiten door regelmatig met de leerlingen te evalueren hoe de dag verlopen is. En ga vervolgens samen met de leerlingen de gerezen problemen oplossen. “Hierdoor wordt het gevoel ontwikkeld dat we allemaal samen verantwoordelijk zijn voor een prettige tijd in deze klas: samen zorgen we ervoor dat iedereen het leuk vindt.”
- Betrek de ouders vanaf het begin bij het wel en wee in de klas. Als er uitgesloten wordt, vraag de ouders actie te ondernemen, bijvoorbeeld door juist dat uitgesloten kind te spelen te vragen. En natuurlijk door bij verjaardagen alle kinderen, maar in ieder geval de buitengesloten kinderen voor het feestje uit te nodigen.
- En natuurlijk het vriendenbankje op het schoolplein neerzetten. Hierop kunnen leerlingen die zich alleen of eenzaam voelen gaan zitten zodat ze opgepikt worden door de andere leerlingen.
De ouders focusten natuurlijk meer op de situatie thuis, maar hadden ook wel wat op te merken over de school. De belangrijkste aanbevelingen:
- Geef zelf het goede voorbeeld. Leef voor dat uitsluiten niet oké is.
- Stimuleer je kinderen om uitgesloten kinderen juist wel eens uit te nodigen om te spelen. Of doe dit zelf.
- Nodig alle leerlingen van de klas uit voor de verjaardagsfeestjes; geef een klassenfeestje.
- Praat veel met je kinderen. Probeer hen te laten invoelen wat uitsluiten doet. Wordt je kind zelf uitgesloten maak dan duidelijk dat dit absoluut niet aan hem of haar ligt.
- Attendeer de school erop als een kind uitgesloten wordt. En benadruk dat het pestbeleid vooral moet bestaan uit het voorkomen van pesten en uitsluiten.
- Ga direct in gesprek met andere ouders als een kind wordt uitgesloten. Ook als voorbeeld voor je kinderen dat uitsluiten niet kan.
Een aantal ouders geeft aan geen geloof meer te hebben in het onderwijs en de jeugdzorg omdat zij en hun kind hierin vastgelopen zijn.
Tot slot
Uitsluiting is een probleem dat niet opgelost wordt door enkelvoudige zaken als regels opstellen of een anti-pestprotocol vaststellen. Het is juist een continue proces waarbij gedurende het gehele jaar de leerkracht en de ouders alert zijn op beginnende uitsluiting en daar direct en adequaat op reageren. Daarbij zelf het goede voorbeeld geven en de leerlingen meenemen in een klimaat waarbij uitsluiting wordt gesignaleerd en afgekeurd. Maar ook een klimaat waarbinnen iedereen zichzelf kan zijn en zich zo goed en veilig mogelijk kan ontwikkelen. We hopen dat de vaak heel concrete aanbevelingen van collega-leerkrachten en –ouders je hierbij kunnen helpen.
P.s. Alle ouders en leerkrachten: bedankt voor jullie reactie. We vinden het al met al erg nuttige aanbevelingen. We hopen dat je hiermee wat handvatten hebt om uitsluiten te voorkomen en tegen te gaan. En mocht je willen reageren, heel graag!
Klassenfeestjes in GezondNU
“Vierentwintig kinderen rennen kriskras door elkaar in de versierde ruimte. Er hangen slingers en ballonnen en er is gezellige muziek. Op tafels staan grote kannen met limonade en bakken met chips en mandarijnen. Het is duidelijk, hier is een feest aan de gang.
Ik val met mijn neus in de boter op het klassenfeestje van drie kinderen die hier samen hun verjaardagen vieren.”
Zo begint het artikel over klassenfeestjes in het decembernummer van het maandblad gezondNU. Naast een heerlijke sfeertekening van een klassenfeestje is er een interview met Laura over klassenfeestjes en uitsluiting.
Vanaf 20 december is het hele artikel op onze site te lezen.
Ben je te nieuwsgierig geworden en wil het artikel nu al lezen? Koop hier een exemplaar van gezondNU.
Het verzuimbeleid op de basisschool: een lastige kwestie
Het is prachtig dat alle kinderen in Nederland naar school kunnen gaan. Maar of alle kinderen naar school móeten gaan is de vraag.
Neem de jongen die steeds vaker spijbelt en dan op straat omhangt met dubieuze oudere vriendjes. Ja, daar zal iedereen het over eens zijn, die jongen moet naar school en daar moet je als leerkracht, leerplichtambtenaar en sociaal team je uiterste best voor doen.
Maar het meisje dat hoogbegaafd is, weinig uitgedaagd en veel gepest wordt op school en daarom steeds meer angst en weerstand ontwikkelt om ernaartoe te gaan, moet die ook koste wat kost naar school? Of is het een oplossing dat ze thuisonderwijs gaat krijgen?
Voor beide kinderen zijn verschillende oplossingen passend en daar wringt het af en toe met het beleid. Algemeen beleid kan nu eenmaal moeilijk met individuele gevallen omgaan.
Een voorbeeld hiervan is de aanbeveling die Ingrado (de landelijke vereniging van o.a. leerplichtambtenaren) doet om aanwezigheid van leerlingen te stimuleren door dit klassikaal te belonen. Leerkrachten en leerlingen worden aangemoedigd om gezamenlijk de aanwezigheidsscore te optimaliseren en dit in een soort klassenstrijd te belonen. Een aanwezigheidsscore op de informatieborden en een medaille voor de winnende klas wakkeren de strijd extra aan..
Dit kan misschien helpen bij het eerder genoemde jongetje, maar zal zich waarschijnlijk keren tegen het meisje. Zij zal onder grote druk komen te staan van haar klasgenoten en als zij degene is waardoor de gehele klas de medaille misloopt zal dat haar populariteit in de klas niet ten goede komen.
Kinderen oproepen elkaar te corrigeren kan behulpzaam zijn bij gedragingen van kinderen onderling, zoals pesten. Maar kinderen belonen om andere kinderen onder druk te zetten als ze om wat voor reden dan ook verzuimen, is pedagogisch niet te verantwoorden.
Het verzuimprobleem is een probleem van ouders, leerkrachten en leerplichtambtenaren. Die dienen dat gezamenlijk op te lossen en gezamenlijk hiervoor maatwerk te leveren. Elk kind is tenslotte uniek en verdient het om dat te mogen blijven.
Hoop is een handeling
"Wat als je nog wel van je werk houdt, maar niet meer van de organisatie waarvoor je werkt?".
“First Follower” Sanne te Meerman sloot zich al gauw aan en – zoals te zien in de docu – samen bouwen Laura en Sanne nog steeds aan betere voorlichting en ondersteuning. Inmiddels is het basisteam verder uitgebreid en hebben veel partijen zich bij de beweging Druk & Dwars aangesloten.
Thuisarts: goede voorlichting, maar ‘de’ oorzaak van ADHD vinden we nooit
Dit is de tiende blog in de serie van blogs over ADHD-voorlichting. Sanne te Meerman en eventuele gastauteurs houden uitspraken over ADHD kritisch tegen het licht aan de hand de richtlijn voorlichting ADHD.
Vaak gaat de blog over minder goede voorbeelden. Voor deze tiende editie bespreek ik een beter voorbeeld want die zijn er gelukkig ook steeds meer. Deze keer:
Thuisarts (www.thuisarts.nl)
Er valt veel goeds te zeggen over de ADHD-voorlichting op Thuisarts, en het is duidelijk dat de website –in tegenstelling tot veel andere websites – gebruik heeft gemaakt van bestaande richtlijnen zoals de Zorgstandaard ADHD. Opvallend is bijvoorbeeld dat:
- Thuisarts.nl benadrukt dat er veel variatie is in kindergedrag.
- De auteurs niet alleen mogelijke voordelen maar ook nadelen van medicatie noemen.
- Er weinig wordt gegeneraliseerd: er staat eigenlijk nergens dat het door het een of het ander komt.
- Er worden weinig tot geen schijnzekerheden gegeven, de voorlichting is voorzichtig.
Het volgende fragment illustreert dit voorzichtige karakter maar laat ook zien waar mogelijk nog ruimte is voor verbetering.
Citaat 1: “We weten niet wat de oorzaak is van ADHD. Wel is duidelijk dat het in sommige familie vaker voorkomt dan in andere.
Wat kan er beter? – the devil is in the details.
Eigenlijk is er niks ‘fout’ aan dit citaat. Het is zelfs heel eerlijk om te stellen dat we ‘de oorzaak’ van ADHD niet weten. Maar details kunnen veel prijsgeven over de denkwijze van auteurs en bijdragen aan interpretatiefouten van onderzoek. Zo richtte de Groningse filosofe Else Barth zich onder andere op (on)bepaalde lidwoorden. In het fragment hierboven staat: ‘we weten niet wat de oorzaak is van ADHD’. Het bepaald lidwoord ‘de’ suggereert dat we wellicht ooit één oorzaak vinden. Maar ‘de oorzaak’ van ADHD gaat nooit gevonden worden. ADHD blijft gewoon die verzamelnaam voor verschillende mensen met overeenkomsten maar ook verschillen in gedrag en in achtergrond en oorzaken. Zoals de richtlijn voorlichting (p. 7) stelt: ADHD is “een ‘multifactorieel’ probleem, omdat aanleg en omgevingsfactoren op veel manieren met elkaar kunnen interacteren en (…) de mix van factoren voor iedereen met deze gedragingen anders is’’.
Dat de schrijver van de website het heeft over ‘de oorzaak’ zou je kunnen zien als een motiefje waaruit blijkt dat er toch nog wel heel medisch gedacht wordt. Nog zo’n motiefje is bijvoorbeeld dat het uitsluitend over een ‘oorzaak’ gaat. In de richtlijn wordt steevast van ‘redenen en oorzaken’ gesproken: kinderen zijn allereerst handelende actoren die ook redenen hebben voor hun gedrag. We proberen in de richtlijn dus bewust het mechanische ‘oorzaak-gevolg’ denken niet centraal te stellen, maar de motieven van kinderen. Dat de auteurs vanuit ‘oorzaak-gevolg’ denken en dat ze één oorzaak verwachten blijkt uit dit (verder heldere) filmpje waarin gesteld wordt:
Citaat 2: ‘we denken dat ADHD komt door een verstoring in de ontwikkeling van de hersenen’.
Ondanks de voorzichtigheid (‘we denken dat… ‘) wordt er nu toch duidelijk naar slechts één ding, een organische oorzaak, gewezen. Maar het kleine verband met hersenontwikkeling, kan op z’n hoogst voor een klein gedeelte van de kinderen met een ADHD classificatie iets verklaren en is niet ‘de oorzaak’. ‘Dé oorzaak’ van ADHD bestaat niet want ADHD is geen ziekte-entiteit maar een verzamelnaam voor gedrag van verschillende mensen met hun eigen oorzaken én redenen voor dit gedrag.
Meer weten? De richtlijn voorlichting is hieronder te downloaden. Tips voor de auteur voor goede/minder goede voorbeelden? Neem contact op met de auteur.
Zin en onzin van psychische labels
Dinsdagavond 18 oktober spreekt Druk & Dwarser Laura Batstra op de Publieksacademie Sociale Wetenschappen over de zin en onzin van psychische labels. Klinisch psycholoog Marieke Pijnenborg en ervaringsdeskundige Ewout Kattouw zijn eveneens te gast. Ewout kreeg in twintig jaar maar liefst 22 verschillende DSM diagnoses opgeplakt. Hij schreef hierover het boek ‘Wie is er nou eigenlijk gek? De cliënt, de psychiatrie of de maatschappij?’. Via deze link kunt u (gratis) de opname van de avond bekijken.
Lees hier het artikel uit het Dagblad van het Noorden waarin Laura en Marieke vertellen over labels in de GGz.
Nieuwsbrief Druk & Dwars oktober 2022
De nieuwsbrief van oktober 2022 van Druk & Dwars is uit!
In deze nieuwsbrief leest u over de blogserie waarin Sanne te Meerman uitspraken over ADHD in publicaties en op websites van relevante organisaties kritisch tegen het licht houdt. Laura Batstra stelde leerkrachten de vraag: “Wat heb JIJ nodig om al je leerlingen goed les te kunnen geven?”. In de nieuwsbrief vindt u een top 10 van meest genoemde special needs. Kom feesten bij TuinindeStad en Het Dok. En vergeet vooral niet mee te doen met de enquête over sociale uitsluiting!
De nieuwsbrief leest u hier.