Omdat zijn zoon onrustig was in de klas, drong de juf aan op een psychiatrische diagnose. Maar zo’n label geeft een kind een stigma voor het leven, schrijft Ermond van Beek in de onderwijsblog van het NRC.
Vanaf groep drie van de basisschool kregen mijn vrouw en ik klachten over het gedrag van ons zoontje. Hij verstoorde de lessen, lette niet op en was moeilijk aan het werk te krijgen. De juf drong aan op observatie door een psycholoog. De intern begeleidster deelde ons en passant mee dat ons kind autistisch was. Om onze zoon, met spoed, richting het speciaal onderwijs te manoeuvreren had ze alvast een plan op papier gezet.
Deze gehaaste gang van zaken verbaasde ons zeer, want wij merkten niets bijzonders aan ons kind. Luisteren en opdrachten uitvoeren waar hij geen zin in had, was niet zijn sterkste punt en soms had hij wel eens een driftbui, maar alarmbellen zijn er bij ons nooit gaan rinkelen. Ons zoontje leek ons een gewone jongen van 7 met veel vriendjes en veel vooral technische hobby’s. Voor ons was het beeld dat de school schiep van iemand met een psychiatrische stoornis totaal onherkenbaar. Onbegrijpelijk, des te meer aangezien de school al een diagnose gesteld had nog voordat er überhaupt iemand met medische kennis naar hem had gekeken.
De laatste 25 jaar is het aantal kinderen met een psychiatrische diagnose zoals ADHD, Autisme (ASS) en PDD-NOS exponentieel gestegen. Dit komt enerzijds doordat het aantal diagnosen, zoals beschreven in de Diagnostic and Statistic Manual of Mental Disorders (DSM), sterk is uitgebreid en anderzijds omdat de druk die scholen op ouders uitoefenen om hun kind te laten diagnosticeren is toegenomen. De labeldrang van scholen stelt ouders voor het blok.
Maar is deze labeldruk terecht? Wat zijn de gevolgen van een label voor een kind? Moet je dit als ouder allemaal kritiekloos laten gebeuren of kan je je hier tegen verzetten en wat zijn hiervan de gevolgen?
Het volledige artikel vindt u hier
Bron: nrc.nl