Skip to content

Laura Batstra keek afgelopen zondag naar de aflevering Zomergasten met hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Robert Vermeiren. Naar aanleiding hiervan schreef ze dit blog over ‘De vondst van Vermeiren’. 

Zondag keek ik naar de aflevering Zomergasten met hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Robert Vermeiren. Het verbaasde me niet dat hij de decentralisatie van Jeugdzorg onder vuur nam zonder de belangrijkste oorzaak ervan te benoemen. Wel verrassend was hoe hij zichzelf opwierp als initiator van de paradigmaverandering binnen de psychiatrie die in werkelijkheid door zijn collega’s is ingezet. Vermeiren was er zelf in eerste instantie niet eens een voorstander van.

Medisch model
De afgelopen jaren zien we een verandering in de manier waarop er in de samenleving over psychiatrische classificaties en medicatie wordt gedacht. Voorheen lag, mede door de stevige lobby van de farmaceutische industrie, de nadruk op het medische model. Stoornissen werden overwegend neergezet en gezien als hersendefecten die we zo vroeg mogelijk moeten signaleren en behandelen, vaak met medicatie. Vanuit de pedagogiek klonk al lange tijd kritiek op deze visie en ook verschillende psychiaters zetten zich al jaren in voor een paradigmaverandering: minder labelen en medicatie voorschrijven, en praten mét in plaats van óver en vóór mensen met moeilijkheden.

De echte pioniers
Robert Vermeiren deed voorkomen alsof de paradigmaverandering ‘meer luisteren en minder labelen’ zijn persoonlijke vondst is. Hij kreeg het idee om naar jongeren zelf te gaan luisteren echter pas in 2015, toen de veranderingen binnen samenleving en psychiatrie al in volle gang waren. Dit kwam vooral door de inspanningen van psychiaters als Jim van Os, Edo Nieweg en Floortje Scheepers, die al ver voor 2015 kritisch waren op onnodig classificeren en medicaliseren en actief tegen de gevestigde psychiatrische orde in gingen. Dat is niet gemakkelijk binnen het bolwerk dat de  psychiatrie is. Vermeiren ging helaas volledig voorbij aan de pioniersrol van zijn collega’s.

Vermeende overdiagnostiek
Hij sprak zich nu weliswaar kritisch uit over al te snel labelen en medicatie voorschrijven, maar in 2011, op het hoogtepunt van de zorgwekkende stijging van het aantal ADHD-medicatievoorschriften voor kinderen, ontkende Vermeiren dat er sprake was van overdiagnostiek en overbehandeling. “Wij strooien niet met ADHD” schreef hij samen met 5 andere hoogleraren kinderpsychiatrie in NRC. Twee van hen waren oprichters van de ‘Tornadopoli’: een kliniek waar kinderen binnen twee uur de classificatie ‘ongecompliceerde ADHD’ en een pilrecept konden krijgen. Degenen met zwaardere problemen waren niet welkom. Vermeiren heeft hier indertijd nooit zorgen over geuit. Hij gaf nu in zomergasten af op coaches die hulp verlenen, maar in 2012 startte hij zelf met enkele van die coaches een platform om berichtgevingen over “vermeende overdiagnostiek en vermeende medicalisering” te nuanceren en “ADHD en de behandeling van ADHD op de kaart te zetten”.

Decentralisatie
In zomergasten toonde Vermeiren ons het ene na het andere schrijnende fragment van jongeren met zware problematiek. Hij suggereerde dat hulp aan jeugd met ernstige problemen uitblijft door de decentralisatie van jeugdzorg naar gemeenten in 2015. Dat klopt niet. Al in 2009 stelde emeritus hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Frits Boer in de Volkskrant: “De bureaucratie waarin we terecht zijn gekomen, is schandalig. Makkelijke kinderen kunnen overal terecht, moeilijke worden als een hete aardappel doorgeschoven: van de psychiatrie naar de jeugdzorg en weer terug.” Juist omdat de kinderpsychiatrie zelf ongebreideld bleef groeien en zich daarbij vooral richtte op milde in plaats van ernstige problemen, moest er iets gebeuren en greep de overheid in. Gebrek aan zorg voor degenen met ernstige psychiatrische problematiek is kortom in eerste instantie een oorzaak van de overheveling van jeugdzorg van het rijk naar gemeenten. In plaats van te helpen deze ingewikkelde transitie in het belang van de kinderen zo goed mogelijk te laten verlopen, hebben veel kinderpsychiaters hun energie gestoken in mokken en protesteren. Dat is niet bevorderlijk geweest.

Ambassadeur
Ondanks mijn ergernis over het eenzijdige decentralisatiebetoog van Vermeiren en zijn onterechte claimen van een pioniersrol, heb ik geboeid gekeken naar de aflevering van Zomergasten. De fragmenten waren indringend en Vermeiren vertelde op een mooie en openhartige manier. Zijn pleidooi voor begrip en oor voor jongeren is hard nodig en ontzettend waardevol. De psychiatrie heeft niet alleen pioniers nodig, maar ook ambassadeurs die een nieuw paradigma breed en overtuigend onder de aandacht weten te brengen. Daar is Robert Vermeiren op deze zomerzondagavond uitstekend in geslaagd.

Back To Top