Skip to content

Dit is de negende blog in de serie van blogs over ADHD-voorlichtingSanne te Meerman en eventuele gastauteurs houden uitspraken over ADHD kritisch tegen het licht aan de hand de richtlijn voorlichting ADHD.  

Citaat: “ADHD is een serieus, levenslang probleem, met veel bijkomende aandoeningen, ook op het gebied van de lichamelijke gezondheid. Die clustering van schade in de levens van mensen met ADHD op zowel geestelijk als lichamelijk gebied kunnen we alleen voorkomen door Tijd voor ADHD te maken” (Bron: aankondiging oratie Sandra Kooij).

Dit alarmistisch citaat is zo generaliserend en pathologiserend dat we de zinnen het beste één voor één bij langs kunnen gaan.

  1. ADHD is een serieus, levenslang probleem…*

De gedragingen die we in toenemende mate onder het ADHD-construct scharen (onder andere omdat we de criteria steeds verruimen) kunnen met aanleg te maken hebben. Het kan goed zijn gewoon te accepteren dat je temperamentvol of dromerig bent en neigt naar enige chaos. Maar dan hoeft het niet per se een ‘probleem’ te zijn, het hangt ook samen met vele (maatschappelijke) factoren waar soms iets aan te doen valt. Onderzoek wijst dan ook helemaal niet uit dat het altijd levenslang is: zie het onderstaande filmpje (v.a. 5.19) van de Academische werkplaats ADHD en druk gedrag. Generaliserend, pathologiserend en misleidend dus, deze uitspraak. En in zoverre mensen wel ‘symptomen’ blijven houden (al vermijd ik die medicaliserende term liever) – ook ‘normale’ volwassenen hebben deze regelmatig**.  

https://www.youtube.com/watch?v=m1LnqiftYI0&themeRefresh=1

  1. …met veel bijkomende aandoeningen, ook op het gebied van lichamelijke gezondheid.

Dit soort gedragingen hangt dus met allerlei factoren samen. Oorzaak en gevolg zijn moeilijk te scheiden, maar hier wordt de suggestie gewekt: erna, dus erdoor. ADHD staat centraal, de rest is ‘bijkomend’. Maar onrust en concentratieproblemen kunnen net zo goed ‘bijkomend’ zijn en komen door onthechting, criminaliteit, verslaving en lichamelijke problemen in plaats van andersom.  

  1. Die clustering van schade in de levens van mensen met ADHD op zowel geestelijke als lichamelijk gebied kunnen we alleen voorkomen door Tijd voor ADHD te maken.

Weer staat ADHD centraal. Dit is waarop de psychiatrie vaak ingewikkelde problemen, erg verweven met maatschappelijke factoren, tot individuele problemen reduceert. Alleen door een label-gebonden benadering kunnen we blijkbaar de complexe maatschappelijke problemen zoals armoede, onderwaardering van praktisch werk, kansarme gezinnen, ongezonde voeding, prestatiedruk etc. te lijf gaan. Flauwekul natuurlijk.

Wat is er wel goed aan?

Ik probeer niet alleen te mopperen, al stemt me dit niet vrolijk na de recensie die ik in 2013 schreef over een in vele opzichten misleidend boek van Kooij. Maar iets positiefs: ik ontken natuurlijk niet de onrust en de worsteling die (ook volwassen) mensen kunnen hebben en het is goed dat de wetenschap er aandacht voor heeft. En de tekst bij de oratie stelt de belangrijke vraag: “Wat betekent het als de kloktijd van de wereld om ons heen niet synchroon loopt met onze biologische klok?”

Maar…

Het lijkt er alleen op dat Sandra Kooij de Pavlov-reactie (die ze deelt met veel psychiaters) niet kan onderdrukken: direct in het individu speuren, pathologiseren, labels gebruiken als verklaringsmodel en nauwelijks breder kijken. Allen Frances, oud DSM-voorzitter, heeft het dan over ‘clinici en hun knuffel-stoornis’ en ik heb het al eerder gehad over Label Attachment Disorder en dat is niet alleen om er wat luchtigheid in te brengen. Halsstarrig vasthouden aan labels en je niks aantrekken van de vele kanttekeningen kan ervoor zorgen dat onderzoek geldverkwistend wordt, maar is ook schadelijk voor mensen en uiteindelijk ook voor het imago van de psychiatrie en van de wetenschap in het algemeen. 

Hieronder is de richtlijn voorlichting te downloaden. We nodigen geïnteresseerden uit op deze blog te reageren. We hopen op eerlijke en constructieve reacties op LinkedIn.


* De pagina van Sandra Kooij, op de website van Parnassia, is in de richtlijn al eerder besproken als voorbeeld hoe het niet moet (p. 46). 

** dat veel van de gedragscriteria voor ADHD en voor andere classificaties betrekkelijk normale/veel voorkomende gedragingen betreft (zoals anderen in de rede vallen) maakt de grens tussen normaal/abnormaal erg arbitrair en verhoogt het risico op psychiatrisering van normaal gedrag. 

Back To Top