Dit is de achtste blog in de serie van blogs over ADHD-voorlichting. Sanne te Meerman en eventuele gastauteurs houden uitspraken over ADHD kritisch tegen het licht aan de hand de richtlijn voorlichting ADHD.
Citaat: Waaraan kun je ADHD herkennen? (bron: half internet).
Je hoort of leest vaak: je kunt ADHD herkennen aan… maar wat ‘herken’ je dan? Een stoornis die in een persoon zit, of ‘herken’ je een door ons bedachte definitie? Het laatste. In een tijdloos artikel over reïficatie noemt Psychiater Edo Nieweg dit: ‘een konijn uit de hoed toveren die we er zelf in hebben gestopt’. Eerst bedenken we een definitie van een stoornis, en dan zeggen we: “hee, zie je wel, die heeft de stoornis ook!” Een voorbeeld:
Er geldt een aantal criteria voor de door ons bedachte stoornis Label Attachment Disorder (LAD)*. Iemand met LAD moet aan minstens 3 van de 5 volgende criteria voldoen:
- Wil gedrag vaak eerst een naam kunnen geven voorafgaand aan hulp.
- Denkt dat de naam die we aan gedrag geven, iets kan verklaren.
- Gelooft, ondanks jaren van onderzoek dat het tegendeel laat zien, dat we generaliserende uitspraken kunnen doen over de hersenen van mensen met een label.
- Negeert vaak wetenschappelijk bewijs dat de beperkingen van labels aantoont.
- Wordt vaak boos of vijandig als je kritiek hebt op het label waarin hij/zij zich heeft gespecialiseerd.
Verder heeft LAD nog een leeftijdscriterium: de gedragingen moeten zich na het 25e levensjaar voordoen. Anders moeten we het ‘gewoon naïef’ noemen en geen LAD.
Voordat ik mijn ontdekking deelde met de wereld, wist je niet dat LAD bestond, maar nu wel, (hopelijk!) …maar eigenlijk herken je natuurlijk geen stoornis (alhoewel!), je herkent een aantal criteria die ik heb bedacht. Het is ook helemaal afhankelijk van de criteria of het wel of niet LAD ‘is’.
Bijvoorbeeld: stel dat de voorzitter van de DSM-5 deze stoornis ogenblikkelijk wil opnemen in de DSM (please God make it so!). Allereerst moeten de ‘criteria’ natuurlijk ‘symptomen’ heten: dat klinkt geloofwaardiger – je ziet minder dat het een menselijke maatstaf is (ik ben direct akkoord, dit klinkt veel serieuzer). Echter, er is wel onenigheid over het leeftijdscriterium: kan iemand van 25 die net afgestudeerd is en nog onder de plak zit van het vaak niet al te snuggere label-onderwijs aan de universiteit** al een helder perspectief hebben op DSM-labels? Daarom moet het leeftijdscriterium voor LAD verhoogd worden naar 35. Alleen… hebben die 25+-ers dan ineens geen stoornis meer en waren ze toch ‘gewoon naïef’? Wat hadden we dan herkend? Het ‘herkennen’ is dus afhankelijk van onze criteria, we herkennen geen entiteiten die in de natuur voorkomen maar halen ‘konijnen uit de hoed die we er zelf in hebben gestopt’. Ook bij ADHD verandert, net als bij LAD, de definitie steeds. Wat we wel/geen ADHD noemen is afhankelijk van onze afspraken***.
De richtlijn voorlichting ADHD heeft een kleine kritische noot over het ‘herkennen’ van stoornissen, bij het bespreken van het -evenmin toepasselijke- woord ‘symptoom’: “Een ‘symptoom’ is, volgens de Van Dale: een ‘verschijnsel waaraan een ziekte, een probleem te herkennen is’. Bij ADHD wordt er echter geen ziekte ‘herkend’. De gedragingen zelf, -als ze tenminste in combinatie en in ernstige mate voorkomen- zijn het probleem” (Richtlijn, p.29). Is dit duidelijk genoeg? Je feedback wordt erg gewaardeerd.
* Voorheen Label Devotion Disorder, maar uit (eigen) onderzoek blijkt dat het meer om hechten aan labels gaat dan om toewijding, dus Label Attachment Disorder is unaniem door mijzelf verkozen tot betere naam.
** Ik verwacht dat onderzoek zal uitwijzen dat LAD vooral bij hoger opgeleiden voorkomt wegens ontaarde hechting aan hun ‘kennis van stoornissen’ en bijbehorend status, en het hevigst is vlak na afstuderen. De tijd heeft mogelijk een geneeskrachtige werking.
*** Bij ADHD moesten de gedragingen zich in de DSM-IV voor het 7e levensjaar voordoen, maar in DSM-5 werd dat voor het 12e, zodat ook kinderen met pre-puberaal gedrag een ADHD classificatie kunnen krijgen. Ook het zogenoemde ‘impairment criterium’ werd verlaagd: de gedragingen moeten niet langer ‘clinically significant impairment’ met zich meebrengen. Het is in DSM 5 genoeg als de ‘symptoms interfere with, or reduce the quality of social academic or occupational functioning’. Het is aanzienlijk makkelijker om aan dat criterium te voldoen. Het strenger maken van de criteria voor de door mij ontdekte stoornis ‘Label Attachment Disorder’ gaat dus in tegen de trend van de opeenvolgende DSM versies. Daar wordt het, net als bij ADHD, juist steeds makkelijker om te labelen, maar bij bij LAD is het moeilijker geworden. Ik doe iets niet goed en heb duidelijk vakantie nodig 😉. Iedereen bedankt voor het volgen en doorsturen van de blogserie en tot in augustus!